Schilderijen
Inner world
Het meisje en de wolf
Portretten
Musici
Landschappen

Boeken
Niet storen. Een kritische beschouwing over de Riagg 
Wie is er nu gek? Over kronkels in de therapeutische relatie

Nog altijd. Levensverhaal van een Auschwitz-overlevende
Tien componistenportretten in woord en beeld
Keerpunt. Over persoonlijke crises en kansen

Uit proefschrift
Biomedische aspecten van (alcohol)verslaving

Artikel in vakblad voor de dagelijkse ggz-praktijk
Angst: oorzaak en gevolg van overmatig alcoholgebruik


Enter EN
English
 
CV  
Saar
Roelofs

Geen talent voor volgzaamheid: 
e
rvaring als psycholoog in de ggz

 



saar.roelofs@xs4all.nl 

© Partner Productions



Dr. Saar Roelofs

 
ALCOHOLISME,
onthoudingsverschijnsElen,
angst
&
BEHANDELING

Samenvatting proefschrift (1990)

Het proefschrift is in het Nederlands geschreven m.u.v. twee
artikelen die in Amerikaanse vakbladen werden gepubliceerd.




      Gestileerd beeld van zenuwcellen op cover (Saar Roelofs)

 

Zie ook:

Tijdschriftartikel voor de dagelijkse praktijk van de ggz
Het artikel Angst: oorzaak en gevolg van overmatig alcoholgebruik ontrafelt de complexe
wisselwerking tussen alcoholisme en angst, wijst op het belang van aandacht voor mogelijk
overmatig alcoholgebruik als oorzaak van klachten waarmee hulpverleners in de behandelkamer
worden geconfronteerd 
en biedt aankopingspunten voor de behandeling.

Analyse van de mechanismen die aan verslaving ten grondlag liggen
Biomedische aspecten van (alcohol)verslaving (hoofdstuk 1 proefschrift)

 

 

 

SAMENVATTING

 

Tussen het wetenschappelijk onderzoek naar alcoholisme en de klinische

praktijk bestaat een aanzienlijke kloof. Met dit proefschrift is

getracht een bijdrage te leveren aan een overbrugging van die kloof.

 

Het laatste decennium wordt veel onderzoek verricht naar de biomedische
aspecten van alcoholisme, met name naar de veranderingen die het

gevolg zijn van langdurig alcoholgebruik. Er zijn steeds meer aanwij-

zingen dat deze veranderingen na het abrupt staken van een dergelijk

alcoholgebruik zeer lang, zo niet permanent kunnen blijven bestaan.

Hierop aansluitend staat in dit proefschrift een definitie van alcoholisme
in biologische termen centraal.

 

In Hoofdstuk I wordt het alcoholonthoudingssyndroom (AOS) besproken.

Klinisch, neurochemisch, (elektro-)fysiologisch en psychologisch

onderzoek laat zien dat de afwijkingen die tijdens de acute fase van

het AOS worden waargenomen in een minder ernstige vorm nog lang,

zelfs jarenlang, kunnen blijven bestaan. In dit geval spreekt men over een

subacuut AOS of over een 'verslavingsgeheugen'. Hoe langer de fysieke

afhankelijkheid van alcohol heeft geduurd, des te ernstiger is dit sub-

acute AOS. Dit syndroom neemt progressief in ernst af naarmate de
abstinentieperiode van langere duur is; het neemt in intensiteit toe
wanneer de betrokkene onder spanning staat en/ of geconfronteerd wordt
met aan vroeger alcoholgebruik gerelateerde prikkels. Deze restverschijnse-

len van een fysieke afhankelijkheid van alcohol gaan gepaard met
verlangens naar alcohol en worden door incidenteel, matig alcoholgebruik

weggenomen. Omdat herintoxicatie met alcohol leidt tot een relatief

snelle ontwikkeling van een fysieke afhankelijkheid van alcohol bestaat

de kans dat een hernieuwd alcoholgebruik - na een aanvankelijk normali-

serend effect - leidt tot recidivisme in het chronisch alcoholgebruik.

Evenals de restverschijnselen van een fysieke afhankelijkheid van
alcohol nemen premorbide stoornissen door alcoholgebruik in ernst toe.
In beide gevallen kan de betrokkene in een vicieuze cirkel van afhank
elijkheid
geraken.

 

Tijdens de subacute fase van het AOS kan zich met andere woorden een

grote verscheidenheid aan hinderlijke, belastende symptomen voordoen.

Therapeutische interventies die gericht zijn op de afname van deze
specifiek aan vroeger alcoholgebruik gerelateerde psychofysiologische

stoornissen worden dan ook aanbevolen. Dergelijke interventies induce-

ren mogelijkerwijze een psychofysiologische toestand die de betrokkenen

via alcoholgebruik tracht(t)en te bereiken.

 

Na de presentatie van een literatuuroverzicht over hyperventilatie

en het hyperventilatiesyndroom worden in Hoofdstuk II de volgende
hypothesen aannemelijk gemaakt: a) hyperventilatie behoort tot het subacute

AOS en gaat gepaard met zowel angst als verlangens naar alcohol en
b) een therapie gericht op een verbetering van de ademhaling van ex-
alcoholisten 1) versnelt de afname in de aan vroeger alcoholgebruik
gerelateerde hyperventilatie, angst en verlangens naar alcohol en 2) ver-

kleint de kans op recidivisme in het alcoholgebruik. Deze hypothesen

worden in het eigen onderzoek getoetst.

 

Binnen een willekeurige steekproef van alcoholische mannen onder klinische
behandeling werd met behulp van een cross sectional design een

significant positief verband gevonden tussen ieder van de volgende
va
riabelen: a) de mate van fysiologisch geregistreerde en zelfgerapporteerde
hyperventilatoire symptomatologie, b) de mate
van toestands- en dispositieangst,
c) de mate van het verlangen naar alcohol en d) de duur va
n de fysieke
afhankelijkheid van alcohol (Hoofdstuk III).

 

De hypothese dat hyperventilatie deel uitmaakt van een subacuut AOS

werd nader ondersteund in een volgend onderzoek waarin gebruik werd
gemaakt van herhaalde metingen. Binnen een eveneens willekeurige steekproef
van voormalig alcoholische mannen werd gevonden dat symptomen
van hyperventilatie en angst significant in ernst afnemen bij langdurige

abstinentie en significant in ernst toenemen bij hervatting van het

excessieve alcoholgebruik (Hoofdstuk IV).

 

In een gecontroleerd onderzoek binnen een selecte steekproef van
relatief jonge, als hyperventilant gediagnostiseerde alcoholische mannen

onder klinische behandeling werd vervolgens het effect van een adem-

halingsregulatie en -feedback therapie nagegaan. Hierin werd gevonden

dat deze therapie weliswaar resulteert in significante en langdurige

verbeteringen in de (zelfgerapporteerde en fysiologisch geregistreer-

de) symptomen van hyperventilatie, maar van geen invloed is op
psychologische symptomen, verlangens naar alcohol en de kans op of de
mate van recidivisme in het alcoholgebruik (Hoofdstuk V) .

 

Een post-ex-facto analyse laat zien dat degenen die binnen 13,5

maand na een klinische opname recidiveren in matig of overmatig
alcoholgebruik aan het begin van de opname zowel een hogere neuroticisme-

score als een hogere ademhalingsfrequentie vertonen dan degenen die

binnen de genoemde per iode abstinent blijven. Er wordt dan ook gepostuleerd
dat een combinatie van zelfcontroletechnieken zoals ademhalingsregulatie

en individuele psychotherapie een gunstige voorwaarde ter preventie van
recidivisme in het alcoholgebruik schept. Dit postulaat wordt in een bredere
context geplaatst in een slotbeschouwing over de etiologie van alcoholisme
(Hoofdstuk VI)

 

Literatuur

 

Samenvatting van het proefschrift: Het alcohol-onthoudinggssyndroom en hypervetilatie: een behandelingsmethode. Met een slotbeschouwing over de etiologie van alcoholisme. Saar M. Roelofs, Universiteit van Amsterdam, 1990.

 

 

 

Roelofs S.M. Het alcohol-onthoudingssyndroom en symptomen van hyperventilatie bij abstinente alcoholisten. Tijdschrift voor alcohol, drugs en andere psychotrope stoffen, TADP 9, 113-118, september 1983.

Roelofs S.M Hyperventilatie en het subacute alcohol-onthoudingssyndroom. Tijdschrift voor alcohol, drugs en andere psychotrope stoffen, TADP 10, 52-62, juni 1984.

Roelofs S.M. Hyperventilatie, angst en 'craving': een subacuut alcohol-onthoudingssyndroom. Tijdschrift voor alcohol, drugs en andere psychotrope stoffen, TADP 10, 52-62, september 1985.

Roelofs S.M. Hyperventilation, anxiety and craving for alcohol: a subacute alcohol withdrawal syndrome. Alcohol 2, 501-505, 1985.

Roelofs S.M. & Dikkenberg G.M. Hyperventilation and anxiety: alcohol withdrawal symptoms decreasing with prolonged abstinence. Alcohol 4, 215-220, 1987.

Dikkenberg G.M., Roelofs S.M. & Bakker. J.A. 4 year follow up of 59, and a 2 year follow up of 226 male alcoholic inpatients. In: A. Kuriyama e.a.. (ed.). Biomedical and social aspects of alcohol and alcoholism. Amsterdam - New York - Oxford: Elsevier Science Publishers, 1988.

Roelofs S.M. Angst: oorzaak en gevolg van overmatig alcoholgebruik. Een interdisciplinaire benadering. Maandblad Geestelijke volksgezondheid 47, 28-45, 1992.

 

 

 


 

Schilderijen
Inner world
Het meisje en de wolf
Portretten
Musici
Landschappen

Boeken
Niet storen. Een kritische beschouwing over de Riagg 
Wie is er nu gek? Over kronkels in de therapeutische relatie

Nog altijd. Levensverhaal van een Auschwitz-overlevende
Tien componistenportretten in woord en beeld
Keerpunt. Over persoonlijke crises en kansen

Uit proefschrift
Biomedische aspecten van (alcohol)verslaving

Artikel in vakblad voor de dagelijkse ggz-praktijk
Angst: oorzaak en gevolg van overmatig alcoholgebruik


Enter EN
English
 
CV  
Saar Roelofs

Geen talent voor volgzaamheid: 
e
rvaring als psycholoog in de ggz

 



saar.roelofs@xs4all.nl 

© Partner Productions