Schilderijen
Inner world
Het meisje en de wolf
Portretten
Musici
Landschappen

Boeken
Niet storen. Een kritische beschouwing over de Riagg 
Wie is er nu gek? Over kronkels in de therapeutische relatie
Nog altijd & Cement. Levensverhalen van Auschwitz-overlevenden
Tien componistenportretten in woord en beeld
Keerpunt. Over persoonlijke crises en kansen

Praktische 
info over 
de ggz hulp

 CV  Saar Roelofs

Geen talent voor volgzaamheid: 
ervaring als psycholoog in de ggz


saar.roelofs@xs4all.nl 

© Partner Productions

 

PRAKTISCHE INFO OVER DE GGZ-HULP

ONGEWENSTE ggz-CLIëNTEN

Passages uit dr Saar Roelofs' boek Niet storen  (1997)

Nog steeds actueel

Klik op de cover links voor recensies van Niet storen

 

In haar boek Niet storen (1997) reikt Saar Roelofs (potentiële) cliënten onder meer middelen aan om te zien of ze bij een bepaalde hulpverlener al dan niet in goede handen zijn. Cliënten dienen zodanig geïnformeerd te worden dat ze in staat zijn de hulpverleningsrelatie mede vorm te geven zodat de relatie een samenwerkingsrelatie wordt die niet eenzijdig door de hulpverlener wordt gedefinieerd.

Wellicht kan deze info mensen die in therapie zijn of gaan, aanmoedigen om niet alleen te af te gaan op de visie van de hulpverlener maar ook te vertrouwen op hun eigen inzichten in wat nuttig en zinvol voor hen is. 

Hieronder volgen enkele passages uit Niet storen die laten zien dat bepaalde cliënten en/of problemen niet altijd gewenst zijn. Dat geldt met name voor cliënten met een migratieachtergrond. Verder dat er i.h.a. een grote discrepantie bestaat tussen de vraag van de cliënt en het aanbod van de hulpverlener. De passages zijn nog steeds actueel.

De huidige ggz

Een rapport uit 2023 van de Parnassia Groep en Arq centrum 45 door Samrad Gahne getiteld Inclusie voor instellingen in de geestelijke gezondheidszorg laat zien dat de hulp aan cliënten met een migratieachtergrond nog steeds inadequaat is.

Zie ook het UvA onderzoek uit 2025 Vluchtelingen en migranten vinden vaak juiste GGZ-zorg niet.

In het rapport Geen plek voor grote problemen uit 2020 schrijft de Algemene Rekenkamer dat cliënten met een relatief lichte hulpvraag eerder worden geholpen dan cliënten met een zwaardere psychische problemen.

 

 


Passages uit Niet storen (1997)

INHOUD

De problemen van mensen met een migratieachtergrond

Rassendiscriminatie

Een praktijkvoorbeeld

Liever geen mensen met concrete sociaal-maatschappelijke problemen

 


De problemen van mensen met een migratieachtergrond

De onderstaande passage uit Niet storen betreft de problemen van mensen met een migratieachtergrond zoals geformuleerd door de afdeling Preventie, Innovatie & Onderzoek (P,I & O) in de Riagg Zuidoost anno 1992 Die afdeling benadrukte - evenals de afdelingen P, I & O in de  overige Riagg's - dat behalve aan innerlijke psychische processen ook aandacht moet worden besteed aan de sociaal-maatschappelijke factoren die hebben bijgedragen aan het ontstaan en de instandhouding van de problemen. De behandelafdelingen hadden doorgaans geen boodschap aan de inzichten van de afdelingen P,I & O. Vanaf 2013 zijn die afdelingen uit de ggz-instellingen verdwenen. Lees hier meer over deze ontwikkeling.

Er zijn de afgelopen decennia veel mensen uit andere landen naar Nederland geïmmigreerd, met name uit de landen rond de Middellandse Zee en uit het Caribisch gebied. Migratie naar een vreemd land brengt een veelheid van problemen met zich mee: maatschappelijke vooroordelen, discriminatie, een achteruitgang in de sociaal-economische positie - in sociale status, huisvesting en werk - , taal- en cultuurbarrières en sociaal isolement. Dit kan uiteenlopende psychische problemen met zich meebrengen. Vooral de effecten van discriminatie zijn fnuikend. Discriminatie kan subtiele vormen aannemen, waardoor die discriminatie niet zichtbaar en benoembaar is en daarom des te meer ondermijnend. Ook kan discriminatie leiden tot geïnternaliseerde (of verinnerlijkte) discriminatie, dat wil zeggen: degene die wordt gediscrimineerd neemt de vooroordelen van de buitenwereld over en gaat zichzelf minderwaardig voelen. Dit gaat samen met gevoelens van machteloosheid, moedeloosheid, depressie en angst. De aanpassing aan de nieuwe culturele omgeving kan eveneens een zware wissel trekken op de psychische gezondheid van de migrant. De verbondenheid met de eigen cultuur is essentieel voor iemands psychische evenwicht en gevoel van identiteit. Migranten voelen zich vaak tussen twee culturen instaan en raken vervreemd van hun eigen `ik’. Tenslotte, veel migranten zijn erg teleurgesteld in hun verwachtingen omtrent hun nieuwe vaderland.

Daarna biedt Niet storen aanknopingspunten voor de behandeling.

 
Rassendiscriminatie

In de ggz schiet de hulp aan cliënten met een migratieachtergrond echter tekort..

De meeste hulpverleners nemen liever geen cliënten met een migratie-achtergrond in behandeling. Zij worden bij voorkeur verwezen naar wat de psychiater Sterman in zijn boek Een olijfboom op de ijsberg 'etnoloketten' noemt, aparte secties in de ggz die zich specialiseren in cliënten van buitenlandse afkomst. Hulpverleners die zelf van buitenlandse afkomst zijn, werken meestal in zo’n 'etnoloket'. Sterman:

Wanneer het loket een speciaalzaak 'alleen vir swartes' geworden is, kan de ggz het wapenfeit vieren dat ze iets uitgevonden heeft dat in Zuid-Afrika na jaren bloedige strijd eindelijk afgeschaft is. De hele samenleving vraagt migranten om te integreren en de ggz zou ze apart zetten.

Een praktijkvoorbeeld

In de regio Amsterdam Zuidoost is een groot deel van de bevolking van buitenlandse afkomst. Na de Bijlmervliegramp van 4 oktober 1992 stijgt het aantal allochtone cliënten in de nabijgelegen Riagg Zuidoost van ruim 40 naar 84%. In het overleg van directeur en afdelingshoofden wordt daarom een nota aangenomen waarin de hulpverlening voor en door allochtonen voorrang krijgt. De conservatieve afdeling Psychotherapie is tegen dit nieuwe allochtonenbeleid. Enkele maanden na de ramp bewerkt het hoofd van deze afdeling de directeur om het beleid weer in te trekken. Met succes.

 

Liever geen mensen met concrete sociaal-maatschappelijke problemen

In de ggz bestaat i.h.a. een grote discrepantie tussen de vraag van de cliënt en het aanbod van de hulpverlener.

In de ggz is de afstemming van het hulpaanbod op de hulpvraag van de cliënt gering. Niet de hulpvraag van de cliënt staat centraal maar de voorkeur van de hulpverlener voor een bepaald type cliënt en een bepaald soort problemen.

Wanneer concrete sociaal-maatschappelijke problemen van de cliënt op de voorgrond staan, vinden de hulpverleners vaak dat er onvoldoende aanknopingspunten voor een behandeling zijn. Dan verloopt de behandeling ongericht en haken de cliënten in een vroeg stadium af. Een omslachtige maar doeltreffende methode om van ongewenste cliënten af te komen.

In de Riagg in Amsterdam Zuidoost sprak men in dit geval over een "oprotcontact": een zodanige behandeling dat ongewenste cliënten al in een vroeg stadium afhaken.

Volgens de hulpverleners zelf is het mislukken van de behandeling vooral terug te voeren op de geringe therapeutische mogelijkheden van de afgehaakte cliënten. Therapeutische mogelijkheden zijn onder meer: het vermogen om problemen, gedachten en gevoelens onder woorden te brengen en het vermogen om angstwekkende thema’s aan te snijden. Eenderde van de cliënten zou niet in staat zijn problemen onder woorden te brengen en kan de helft nauwelijks angstwekkende thema’s aan de orde stellen. Met andere woorden, die cliënten die niet in staat zijn hun problemen op een voor de hulpverlener heldere wijze te formuleren en die zich niet aanpassen aan de verbale ggz-cultuur, vallen buiten de boot.

Een citaat uit een onderzoek naar zogeheten drop-out (dit is het voortijdig verbreken van de behandeling) met de titel Afhaken als oplossing:

Bijna alle hulpverleners menen dat zij regelmatig met cliënten opgezadeld worden waar ze niets mee kunnen en ook niets mee willen. (...) Zij vinden dat de directie er (...) voor zou moeten zorgen, dat alleen 'geschikte' cliënten zich zouden aanmelden.

Maar wat is een "geschikte cliënt”? Een cliënt wiens aanbod past bij de vraag van de hulpverlener?

 


Bronnen

Sande, R. van der, F. Hoof en G. Hutschemaekers (1992). Vraag en aanbod in de Riagg. Een praktijkstudie van de Riagg-zorg voor volwassenen.Trimbos-instituut.

Osselaer Schouterden, H.C.D.E. van (1995). Afhaken als oplossing. Drop-out bij Riagg's onderzocht. Maandblad Geestelijke volksgezondheid 50, 3-14.

Sterman, D. (1996). Een olijfboom op de ijsberg. Een transcultureel- psychiatrische visie op en behandeling van de problemen van jonge Noord-Afrikanen en hun families. Utrecht: Nederlands Centrum Buitenlanders.

 

Zie ook Saar Roelofs' analyse: De bureaucratie in de ggz: profijt gaat boven moraal: "Lastige" cliënten kosten meer dan ze opleveren". Passage uit het document Is dit geestelijke gezond. Saar Roelofs, 1998. 

 

Meer praktisch info over de ggz-hulp

 

© copyright: Saar Roelofs , 1997

 

 

 


Schilderijen
Inner world
Het meisje en de wolf
Portretten
Musici
Landschappen

Boeken
Niet storen. Een kritische beschouwing over de Riagg 
Wie is er nu gek? Over kronkels in de therapeutische relatie
Nog altijd & Cement. Levensverhalen van Auschwitz-overlevenden
Tien componistenportretten in woord en beeld
Keerpunt. Over persoonlijke crises en kansen

Praktische 
info over 
de ggz hulp

 CV  Saar Roelofs

Geen talent voor volgzaamheid: 
ervaring als psycholoog in de ggz


saar.roelofs@xs4all.nl 

© Partner Productions